Spullen & elektronica
Het grootste deel van de negatieve impact van de gemiddelde Nederlander zit in de aanschaf van nieuwe spullen. De negatieve milieu- en sociale impact zit vooral in de productie van grote en complexe spullen die wij dagelijks gebruiken, zoals koelkasten, meubelen en elektronica. De productie van onze spullen is verantwoordelijk voor 60% van alle CO2-uitstoot en 40% van alle luchtvervuiling. De impact van de productie is ook vele malen groter dan de impact van het gebruik, verpakken of vervoeren van je spullen.
De grondstofwinning en verwerking voor onze spullen hebben een ongekend grote negatieve impact op mens en milieu. Bij de winning van deze grondstoffen komt werknemer uitbuiting en vernietiging en vergiftiging van ecosystemen veel voor. Tevens worden omwonenden van mijnbouw vaker (ernstig) ziek en worden ze veel bedreigd.
Volg onderstaande pad van negatieve naar positieve impact.
De grootste negatieve milieu-impact van onze consumptie zit in de productie van de spullen die we dagelijks gebruiken, zoals koelkasten, meubels en elektronica. Als iedereen op de wereld evenveel spullen als een gemiddelde Nederlander zou kopen dan zouden we voor alle grondstoffen 4 aardbollen nodig hebben.
Door geen of minder nieuwe spullen te kopen boek je de grootste winst voor mens en planeet. En door zo min mogelijk spullen te bezitten minimaliseer je tevens de impact van het gebruik en vervoeren ervan. Minder spullen betekent geen lagere kwaliteit van leven, volgens onderzoek is met slechts 30% van de huidige wereldwijde productie een goed leven voor alle mensen op aarde mogelijk. Minder spullen bezitten geeft juist meer rust en welzijn.
Zorg dat je spullen zo lang mogelijk mee gaan. Dan hoeven er ook minder nieuwe spullen geproduceerd te worden. Onderzoek laat zien dat onze spullen makkelijk 1,5 keer langer kunnen meegaan. Veel kleine reparaties kun je bijvoorbeeld laten uitvoeren bij Repair Cafés in je buurt.
Mochten je spullen niet meer te repareren zijn, kijk dan zo lokaal mogelijk of ze ook ergens te leen of te huur zijn. Check deelplatformen en verhuurbedrijven. En vergeet niet dat elke buurt nog steeds een bibliotheek heeft.
Spullen lenen en uitlenen leidt ook nog eens tot meer sociale contacten, en van deze sociale contacten wordt men over het algemeen gelukkiger dan het bezitten van veel spullen.
Als je spullen niet meer te repareren, te leen of te huur zijn, koop er dan geen nieuwe maar een gebruikte variant voor terug. Hiermee voorkom je de milieu-impact die tot stand komt bij de productie van nieuwe spullen. Ook verminder je de hoeveelheid afval. De negatieve impact van de totale levenscyclus van je spullen kun je hiermee met meer dan de helft verkleinen. Tip: vraag de verkoper naar de originele aankoopbon, dan kun je checken of het apparaat niet gestolen is, en of er misschien nog garantie op zit.
Als jouw benodigde spullen niet 2e hands te verkrijgen zijn, zoek dan varianten die grotendeels opgebouwd zijn uit eerder gebruikte materialen.
Nieuwe laptop vs. refurbished laptop
CO2e uitstoot: 500 kilo vs. 125 kilo
Waterverbruik: 190.000 liter vs. 22.800 liter
Chemische vervuiling risico: hoog vs. laag
Dwangarbeid risico: hoog vs. laag
Kritieke grondstoffenverbruik: hoog vs. laag
Onze spullen gaan steeds sneller kapot. De levensduur van sommige spullen zijn sinds 1985 zelfs meer dan gehalveerd. Ga voor kwaliteitsproducten die lang meegaan, zo minimaliseer je de milieu-impact. Check voor aankoop bijvoorbeeld de repareerbaarheid van het product. Kijk ook naar de herkomst, in Europa stellen we hogere kwaliteit en milieu eisen dan in Aziatische landen, de Europese producten zullen over het algemeen langer meegaan.
Veel producten bevatten chemische bestrijdingsmiddelen. In niet-biologische planten zijn meer dan 70 verschillende gifstoffen aangetroffen. Ook bij bestrijdingsmiddelen voor ongedierte is het oppassen: 1 bus bestrijdingsmiddelen kan wel een miljoen bijen doden. Tevens zijn deze bestrijdingsmiddelen schadelijk voor onze eigen gezondheid.
Niet-plantaardige producten hebben een grote ecologische impact. Om een hond te voeden is bijvoorbeeld jaarlijks 2,28 hectare land nodig. Huisdieren dragen naar schatting zelfs 25 tot 30% bij aan de totale ecologische impact van de vleesindustrie. Ook is de productie van het dierlijke leer dat in je meubels verwerkt zit zeer schadelijk voor het milieu.
Afval en de verwerking ervan kan tot wel een derde van je totale impact uitmaken. Snelgroeiende economieën kunnen de groei in afvalverwerking nu al niet meer bijhouden. Daardoor wordt 40% van het afval wereldwijd ongecontroleerd gestort of verbrand, met grote milieuschade tot gevolg. Dit afval ontstaat bij de productie van onze spullen. Deze spullen worden veelal in het buitenland gemaakt, en het afval komt dus ook daar, buiten ons zicht, terecht. Probeer de hoeveelheid afval te beperken door minder nieuwe spullen te kopen. En zorg dat je spullen een zo lang mogelijk leven krijgen. Bijvoorbeeld door ze te doneren aan mensen of organisaties die ze weer gaan hergebruiken.
De hele levenscyclus van plastic is verantwoordelijk voor 4% van de wereldwijde CO2 uitstoot. Ook wordt nog geen 10% van al het plastic gerecycled, de rest wordt verbrand of gedumpt
Grote elektrische apparaten, zoals espressomachines, hebben een flinke ecologische impact door de metalen en plastics die er in verwerkt zitten. Probeer de koffie eens te zetten met een ‘lowtech’ percolator, deze gaat veel langer mee en kan beter gerecycled worden. En de binnenkant van een perculator is ook nog eens plastic-vrij, waardoor er bij het drinken van koffie geen plastic deeltjes in je lichaam achterblijven.
Zo is er een draadloze koptelefoon met levenslange garantie, en auto’s met meer dan 7 jaar garantie. Dit zijn vaak ook spullen met een lange levensduur, want de fabrikant heeft er een belang bij dat het product zo lang mogelijk meegaat.
Om onze afhankelijkheid voor de levering van kritieke grondstoffen af te bouwen is het belangrijk dat we onze spullen zo veel mogelijk recyclen. Zelfs als ze defect zijn zitten er nog waardevolle grondstoffen in onze spullen, zoals goud, lithium en hout. Recycle bijvoorbeeld je smartphone. Slechts 14% doet dat momenteel. In Nederland liggen 27 miljoen en in Europa zelfs 642 miljoen smartphones thuis te verstoffen.
Met het doneren van je overbodige spullen geef je ze een langere levensduur en hoeven er door andere mensen minder nieuwe spullen gekocht (en geproduceerd) worden.